Mobiliteitsplan is gemiste kans

05 Oktober 2020

Mobiliteitsplan is gemiste kans

Op de komende gemeenteraad van dinsdag 6 oktober wil het schepencollege het nieuwe mobiliteitsplan ter stemming voorleggen. Groen heeft stevige kritiek, en wel om 3 redenen: 1. Geen mobiliteitsplan maar een autogericht circulatieplan Bij elke aanpassing neemt men de auto als uitgangspunt. Men wil de circulatie bevorderen maar wij betwijfelen sterk of dit het geval zal zijn. Het ontbreekt aan keuzes in functie van fietser en voetganger, wat ons nochtans noodzakelijk lijkt om te werken aan een leefbaar Waregem, waar het veiligheidsaspect écht meegenomen wordt. Ook volgens het STOP-principe, leidraad voor het Vlaamse mobiliteitsbeleid, zouden zij voorrang moeten krijgen. Voorzitter Simon Wemel schiet met scherp: “We hebben het verkiezingsprogramma van CD&V er eens bijgehaald en stellen vast dat men de kiezer maar wat voorgelogen heeft. Men spreekt daarin van 3 prioriteiten: doorgaand verkeer uit het centrum weren, de fietser centraal stellen en veilige schoolomgevingen creëren. Het plan dat nu voorligt komt hier allerminst mee overeen. Stellen dat de bussen uit het centrum weren de veiligheid bevordert, is absurd. Een duidelijkere keuze voor méér autoverkeer kun je niet maken.”  2. Geen duurzame visie maar tijdelijk oplapwerk We zijn onder de indruk van de grondige analyses die verkeersdeskundige Jo Deprez heeft verricht. Echter, het plan biedt oplossingen voor de problemen van vandaag, maar niet voor die van de nabije toekomst, wanneer er nog een pak appartementsgebouwen zijn bijgekomen. Meer inwoners betekent meer verkeer. Welke maatregelen zijn voorzien om dit te ondervangen en om de voorspelbare verkeersinfarcten te voorkomen? “Het plan is eigenlijk geen plan te noemen. Het is niet meer dan een paar losse ingrepen. Onvoldoende geïnspireerd op voorbeelden uit vergelijkbare steden en gemeenten. Men kijkt enkel naar het centrum en blijft blind voor de problemen in de deelgemeenten. Hier is al heel veel geld naartoe gegaan en wat zal dit opleveren? Het zal niet lang duren voor de volgende aanpassingen moeten gebeuren. Dit mobiliteitsplan zal over 2 jaar alweer gedateerd zijn. En dan…” stelt fractieleider Inge Vandevelde. 3. Geen participatie maar informatie Een complex probleem als mobiliteit gaat iedereen aan. Het vraagt participatie van bij de start door alle belanghebbenden: inwoners, gezinnen, scholen, werknemers in ’t centrum, handelaars, bezoekers, ouderen, jongeren… Simon Wemel: “Daar is een poging toe ondernomen, door de plannen eind juni voor te stellen. Maar participatie zit duidelijk niet in het DNA van het stadsbestuur. Het was too little too late: toen de bewoners zogezegde inspraak kregen was het eigenlijk al in kannen en kruiken, dat merkte je aan alles. We voorspellen veel weerstand bij de invoering van het plan, en dat had vermeden kunnen worden door de Waregemnaar vroeger en gerichter doorheen het proces te betrekken. Het enige wat we in deze fase nog kunnen adviseren aan het stadsbestuur: investeer in communicatie omtrent de ‘waarom’ van de veranderingen.”   Groen is gekend als constructieve partij, dus zullen we op de gemeenteraad ook uitgebreid onze visie op de Waregemse mobiliteit toelichten. Net zoals we dat in februari al rechtstreeks aan het stadsbestuur gedaan hebben, maar dat is duidelijk in dovemansoren gevallen. Kort samengevat: Binnen de ring komen overal fietsstraten, behalve waar afgescheiden fietspaden al zijn (her)aangelegd, zoals in de Churchilllaan of waar ze - als beste optie - nog kunnen komen. Een zogenaamde fietszone, waarmee we het voorbeeld van steden als Deinze, Izegem en Kortrijk volgen. Parkeerstroken aan één kant schrappen om fietsers in twee richtingen door bv. Stationsstraat en Stormestraat toe te laten. Daaraan gekoppeld moet het autoverkeer over de ring wel vlotter kunnen doorstromen, met meer gratis randparkings en kiss&ride-zones. Om te evolueren naar een autoluwer centrum moeten we proefopstellingen i.f.v. schoolstraten een volwaardige kans geven. Bij de (her)aanleg van wegen moet de kindnorm worden toegepast. Eenvoudig principe: elk kind van 10 jaar moet op een veilige manier zelfstandig kunnen fietsen van thuis naar school. Dit principe moet de toetssteen worden van een veilig mobiliteitsbeleid. Fietsinfrastructuur die goed is voor kinderen is ook goed voor senioren, die soms niet meer de behendigheid hebben van een jongvolwassene. In een stad met een groot aandeel senioren is dit niet onbelangrijk. Meer inspanningen rond deelmobiliteit en een vergroening van het stadscentrum zal de beleving in het centrum verhogen. Als de stad daarin durft investeren, zal het dat geld op termijn dubbel en dik terugverdienen.